Bekijk de webinar “Waarom interesse hebben voor BIM?”

Ondanks het gebrek aan een eensluidende definitie, kan BIM beschreven worden aan de hand van een aantal functionele kenmerken. In wat volgt gaan we dieper in op de belangrijkste ervan: samenwerking, informatie-uitwisseling en het werken met digitale bouwmodellen.

1. Samenwerking en informatie-uitwisseling

Bij BIM staan samenwerking en informatie-uitwisseling centraal. Dit vraagt echter om goede afspraken tussen alle betrokken partijen en om hun goede wil om samen te werken.

Hiertoe moet het samenwerkingsproces beter omschreven en gestructureerd worden. Zo moet er onder meer vastgelegd worden welke partij op welk moment verantwoordelijk is voor het aanleveren van de informatie (bv. modellen, documenten, productinformatie …) en dienen er afspraken gemaakt te worden rond deze informatie (bv. hoe worden de documenten en modellen benoemd? Welke eigenschappen moeten er bij de objecten van deze modellen vermeld worden? Hoe gedetailleerd moet deze informatie zijn?).

Ook de communicatie moet op een meer gestructureerde manier verlopen. In een BIM-project is het immers belangrijk dat de opmerkingen duidelijk geformuleerd en door alle partijen nauwkeurig opgevolgd worden. De opmerkingen in een werfverslag kunnen bijvoorbeeld gebundeld worden tot actiepunten, die centraal beheerd worden en ook toegewezen kunnen worden aan de juiste persoon of partner. Op die manier hebben alle betrokkenen een duidelijk overzicht van het project en kan iedereen de stand van zaken opvolgen.

Om een goede informatie-uitwisseling te waarborgen, maakt men best gebruik van een centrale server waartoe alle partijen toegang hebben. Zo kan alle informatie over een bepaald project verzameld en gedeeld worden en beschikken alle partijen steeds over de meest recente versies. Dit vermijdt onduidelijkheden of inconsistenties tussen verschillende versies.

vergelijkend schema rond informatie-uitwisseling bij een traditioneel bouwproces en een BIM-proces

1 | De informatie-uitwisseling bij het traditionele bouwproces en bij BIM: meer efficiëntie, minder kans op fouten

2. Werken met digitale bouwmodellen

Het werken met digitale bouwmodellen maakt het mogelijk om het bouwproject voor te bereiden en beslissingen te vergemakkelijken. Wanneer ze goed opgebouwd zijn, bieden deze modellen tal van voordelen.

2.1 Overzichtelijk, gestructureerd en eenduidig

Daar waar een traditioneel CAD-systeem (Computer Aided Design) louter gebruikmaakt van lijnen en arceringen om een bepaald object voor te stellen, werkt BIM met bouwkundige objecten (bv. een raam, deur, radiator, tafel, stoel …) met een eenduidige betekenis. Elk object stemt met andere woorden overeen met een onderdeel van het gebouw.

Aan deze objecten worden er relevante data gekoppeld, zoals bouwkundige (bv. opbouw, materialen …), geometrische (bv. hoogte, lengte, breedte, dikte, oppervlakte, volume …) en alfanumerieke informatie (bv. naam, nummer, productcode, verwijzing naar een technische fiche, prestatiekenmerken …). Daarnaast beschikken ze over gegevens omtrent hun aansluitingen en relaties met andere bouwdelen (bv. de omsluitende wanden van een ruimte, de aansluiting tussen het dak en een muur …).

Een digitaal bouwinformatiemodel, opgebouwd uit objecten (raam, dak, bad, ventilatie-unit...)

2 | De digitale bouwmodellen zijn opgebouwd uit objecten waaraan informatie gekoppeld wordt die tijdens de ontwikkeling ervan door de betrokkenen (architect, aannemer, fabrikant …) ingevoerd wordt.

2.2 Informatie afleiden

Uit de digitale bouwmodellen kan er heel wat informatie afgeleid worden. Denken we hierbij maar even aan plannen, sneden, perspectiefbeelden, fotorealistische weergaven, stuklijsten van bepaalde elementen, lijsten met de oppervlakten van de ruimten, controle­tabellen, hoeveelheden die gebruikt kunnen worden voor de opstelling van een meetstaat, en coderingen die verwijzen naar het lastenboek.

een bouwinformatiemodel waaruit allerlei informatie afgeleid wordt

3 | Uit een digitaal bouwmodel kan er heel wat informatie afgeleid worden. Zo kan iedereen hierin de informatie terugvinden die aan zijn behoeften beantwoordt.

2.3 Overeenstemming tussen de afgeleide informatie

In tegenstelling tot bij een traditioneel CAD-systeem, biedt BIM-software de zekerheid dat al de afgeleide informatie steeds in onderlinge overeenstemming is. Elke wijziging aan een object wordt immers in het hele model doorgevoerd en bijgevolg doorgegeven aan alle andere voorstel­lingen. Wanneer men in een grondplan bijvoorbeeld een kolom uit gewapend beton verplaatst, dan zal die ook in de doorsnede en in de 3D-voorstelling van plaats veranderen. Of wanneer men een raam wist, dan zal dit in alle tekeningen verdwijnen.

bouwinformatiemodel met hieruit afgeleid grondplan en gevelaanzicht

4| In een digitaal bouwmodel zijn alle zichten (gevels, plannen, sneden) steeds in overeenstemming met elkaar. Elke wijziging aan een object wordt immers in het hele model doorgevoerd.

2.4 Fouten opsporen (clash detection)

Een ander voordeel van het werken met digitale bouwmodellen is de zogenaamde clash detection. Door de 3D-modellen met elkaar te vergelijken, kan men eventuele problemen opsporen, zoals objecten die elkaar overlappen, elkaar snijden of dubbel voorkomen. Op die manier kunnen deze problemen – die vaak tot bijkomende kosten of ‘faalkosten’ leiden – reeds vóór de uitvoeringsfase opgelost worden.

We willen er evenwel op wijzen dat de software de mogelijke problemen enkel opspoort. Het oplossen ervan blijft dus nog steeds de taak van de bouwprofessioneel.

“Dankzij de digitale modellen kan men mogelijke fouten
op de werf virtueel opsporen en vooraf oplossen.”

2.5 Simulaties en berekeningen

De informatie die opgenomen is in de digitale bouwmodellen (bv. materialen, afmetingen en eigenschappen) kan eveneens aangewend worden om verschillende scenario’s te simuleren (bv. daglichtanalyse, akoestische analyse, energieverbruik, analyse van de brandveiligheid).

bouwinformatiemodel met allerlei mogelijke simulaties

5 | Er kunnen verschillende berekeningen en simulaties op een digitaal bouwmodel uitgevoerd worden ter controle en validatie van de keuzes die gemaakt werden met betrekking tot de regels van de kunst of de geldende reglementaire eisen voor de uitvoerings- of gebruiksfase.

2.6 Kwaliteitscontrole

Naast het opsporen van fouten, kunnen de bouwmodellen ook ingezet worden om de kwaliteit na te gaan. Zo kan men via zogenaamde model checker-toepassingen op basis van ingestelde regels (bv. omtrent toegankelijkheid, brandveiligheid …) bepalen of het model voldoet aan de specificaties, of de nodige oppervlakten opgenomen zijn in het project en of de bouwvoorschriften gevolgd werden.

Net zoals bij clash detection, sporen de model checker-toepassingen mogelijke problemen op, maar blijft het de verantwoordelijkheid van de bouwprofessionelen om deze problemen te interpreteren en eventuele aanpassingen aan het ontwerp voor te stellen.